Soms verloopt de spraakontwikkeling niet soepel of niet ‘volgens schema’. De uitspraak van klanken kan afwijkend zijn en blijft achter bij leeftijdgenootjes. Letters worden dan bijvoorbeeld
verkeerd uitgesproken, in plaats van G wordt er S gezegd of letters worden verwisseld: de K wordt een T. Er kan ook sprake zijn van lispelen of slissen.
Een vertraagde spraakontwikkeling kan samenhangen met andere stoornissen zoals (tijdelijke) slechthorendheid of een algehele achterstand, maar het komt ook voor dat het kind slecht spreekt
zonder dat er een duidelijke oorzaak voor is. De vertraging kan voor problemen zorgen; het kind wordt door zijn omgeving niet begrepen en dit kan tot gedragsproblemen leiden. Het kind wordt
bijvoorbeeld opstandig, driftig of het gaat zich steeds meer terugtrekken.