Gehoorproblemen bij kinderen
Voor een goed verloop van de spraak-, en taalontwikkeling bij kinderen is een goed gehoor noodzakelijk. Als kinderen negen maanden oud zijn wordt er op het consultatiebureau een gehoortest afgenomen om (aangeboren) doofheid uit te sluiten.
Een bij veel kinderen voorkomend probleem in het middenoor is vocht achter het trommelvlies en oorontstekingen. Een KNO-arts kan dan trommelvliesbuisjes plaatsen, of het trommelvlies aanprikken om de druk te verminderen. Vaak blijkt de oorzaak van het vochtprobleem in het middenoor te komen doordat het kind chronisch mondademer is. Bij deze groep van kinderen slikt minder vaak dan de neusademers, waardoor het middenoor minder goed belucht wordt. Als daarbij door gisting in het middenoor het aanwezige vocht indikt tot een taaie substantie (glue) dan is het gehoor vaak ook beperkt.
Gehoorproblemen bij volwassenen
Het gehoor ontwikkeld zich vanaf de geboorte en rond het 20e levensjaar is het gehoor op zijn best. Daarna zwakt het gehoor weer af: het begint met het minder goed horen van de hele hoge tonen, daarna volgen de steeds lagere tonen. Dit natuurlijk verloop wordt ouderdomsslechthorendheid genoemd. Het proces verloopt echter sneller als men langdurig aan lawaai is blootgesteld. We spreken dan van lawaaidoofheid. Er zijn dan ook andere tonen beschadigd, deze tonen zijn nodig om de spraak te kunnen verstaan. Niet voor niks heeft de ARBO wetgeving gehoorbeschermende maatregelingen bepaald. Ook de jeugd wordt al vroeg lawaaidoof, door het dragen van iPods e.d. waarbij men het geluid zeer luid aan zet of het veelvuldig bijwonen van luide muziekevenementen.
De rol van de logopedist
Nadat de KNO-arts het middenoor heeft schoon gemaakt, wordt bij kinderen vooral het mondademen afgeleerd. De mogelijke ontstane achterstanden in de klankonderscheiding en het gehoorgeheugen worden spelenderwijs weggenomen en getraind.
Bij ernstige slechthorendheid leert de logopedist u 'spraakafzien', beter bekend als 'liplezen'. Tijdens de behandeling(en) worden de mensen uit z'n omgeving intensief mee begeleid. Men leert duidelijker en langzamer te spreken waardoor de auditieve handicap voor de patiënt minder ingrijpend wordt.